‘Onze oudsten zijn helden, onze oudsten zijn bijzonder…’
Waar Maggie woont, worden de oudste kinderen op handen gedragen. Zij hoeven niks en mogen alles. Want als ze 14 zijn, gaan ze voor altijd weg. Naar ‘kamp’, waar ze leren vechten in de Stille Oorlog. Maggie is een middelkind, en ze voelt zich ongezien. Dan ontmoet ze Una, een dwalersmeisje. Dwalers zijn vies, vals en verachtelijk, dat is Maggie met de paplepel ingegoten. Una heeft hulp nodig, en Maggie besluit om haar vertrouwen te winnen. Want als zij een dwaler kan vangen, zal ze een held zijn en eindelijk respect krijgen. Zo zet Maggie een reeks van gebeurtenissen in gang die ze niet meer kan stoppen, en die haar hele wereld op z’n kop zullen zetten…